- bijleggen
- {{bijleggen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉1 [bijbetalen] 〈onovergankelijk werkwoord〉 payer de sa poche; 〈overgankelijk werkwoord〉 ajouter♦voorbeelden:1 het tekort bijleggen • combler le déficitals ik het zo verkoop, moet ik erop bijleggen • si je le vends ainsi, j'y perdsII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [goedmaken] aplanir♦voorbeelden:1 het bijleggen • se réconcilier
Deens-Russisch woordenboek. 2015.